November 2012, Typisch Roermond

Interview voor 'Typisch Roermond', 16 november 2012, door Peter Hamans.

Eric Munnicks uit Roermond en Hugo Levels uit Neer hebben de handen opnieuw ineengeslagen. Over een aantal jaren hopen ze het definitieve en alomvattende boek te presenteren over de strijd die tussen september 1944 en maart 1945 woedde in Midden- en Noord-Limburg. Tot twee cijfers achter de komma zal dit boek de schijnwerper richten op de frontlinie, op zowel alle militaire handelingen als de gevolgen hiervan voor de burgerbevolking.

Eric Munnicks, 53 jaar, chemisch laborant. Hugo Levels, 52 jaar, werkzaam bij de belastingdienst. De een is een verwoed verzamelaar van alles wat met de Tweede Wereldoorlog in deze contreien te maken heeft terwijl de ander zich sinds jaar en dag heeft ingegraven in de historische context van de Tweede Wereldoorlog met als specialisatie Limburg. Munnicks schreef tot nu toe twee boeken die gretig aftrek vonden: ‘Van kazemat tot kelderleven’ en ‘Wees op uw hoede’. Hugo Levels werkte mee aan ‘Van oever tot oever’ en ‘Verdraagtj uch’, over de oorlog in het Leudalgebied. Beiden houden ook lezingen over de Tweede Wereldoorlog. Nu trekken ze voor het eerst echt samen op. Hun gezamenlijke missie is om hét boek te schrijven over de ruim zeven maanden toen in Midden- en Noord-Limburg door de geallieerden en de Duitsers om elke meter werd gevochten. ‘Het wordt een megaproject’, legt Eric Munnicks uit. ‘Elk dorp en gehucht in de regio Weert, Venlo en Sittard komt in het boek aan de orde. Wat is daar gebeurd? Wie heeft er gevochten? Hoe hebben die mensen dat ervaren? Allemaal vragen waarop wij antwoorden geven.’

En dan denk je als argeloze lezer van de al de tot nu toe verschenen literatuur dat onderhand alles wel is verteld en opgeschreven… ‘Klopt, veel is al aan het papier toevertrouwd’, zegt Hugo Levels. ‘Kijk ik naar de militaire kant van de geschiedschrijving dan schat ik in dat 90 procent bekend is van wat zich hier heeft afgespeeld. Maar we weten nog lang niet alles over de ervaringen van burgers en wat zij hebben meegemaakt. Dat is feitelijk een bron die nooit opdroogt, hoewel de mensen die de oorlog aan den lijve hebben meegemaakt al op leeftijd zijn. Daarom willen we dit boek nu ook schrijven.’ Een andere, belangrijke reden om aan de slag te gaan is dat er weliswaar al veel boeken zijn geschreven over de frontperiode in deze contreien maar dat die allemaal een stukje van het geheel belichten en nogal wat mythes bevatten die ontrafeld dienen te worden. ‘Het is tot nu toe allemaal fragmentarisch samengevat en niet echt diepgaand geschreven. We hebben onszelf de opdracht gegeven om een standaardwerk af te leveren waar niemand meer omheen kan.’

Bijzonder is dat Levels en Munnicks bij het schrijven ervan een beroep mogen doen op het archief van de inmiddels overleden Jan van der Steen uit Herten. Van der Steen begon al in de jaren zestig te corresponderen met Duitse oorlogsveteranen. Zijn inspanningen leverden uniek feitenmateriaal op. Van der Steens familieleden hebben Levels en Munnicks toestemming gegeven het archief te gebruiken. ‘Hier zijn we echt heel erg blij mee. Daarnaast hebben we allebei door onze jarenlange research gelukkig een streepje voor bij heel veel mensen. Deuren die voor anderen gesloten blijven, gaan voor ons open. En, zeker ook niet onbelangrijk, we krijgen nog steeds uniek fotomateriaal uit die periode binnen dat we heel goed kunnen gebruiken voor ons boek’, aldus Eric Munnicks.

Hugo Levels raakte in de Tweede Wereldoorlog geïnteresseerd door de verhalen die zijn vader Jan vertelde. ‘En stukje bij beetje kwam ik erachter dat Limburg en met name deze regio’s er qua geschiedschrijving bekaaid afkwamen’, zegt Levels. Hij besloot er min of meer zijn levenswerk van te maken om de regionale oorlogshistorie te completeren. Levels dook in binnen- en buitenlandse archieven en zocht contact met Duitse, Engelse en Amerikaanse soldaten die hier hadden gevochten. Inmiddels staat hij, net als Eric Munnicks, te boek als deskundige en wordt regelmatig geconsulteerd door personen en organisaties. Ook zogeheten oorlogskinderen kloppen bij hem aan die op zoek zijn naar hun biologische vader.

Ze zijn geen liefhebbers want dat klinkt in relatie tot de thematiek ietwat bizar. Ze zijn eerder gefascineerd door wat zich toen hier afspeelde en streven ernaar de vaak scheve verhouding tussen feiten en fictie weer in balans te krijgen. Wat Hugo Levels en Eric Munnicks bindt is de overtuiging dat de oorlog ook een menselijk gezicht had en dat achter elke soldaat een mens van vlees en bloed schuilging. Ze benadrukken dan ook dat hun nieuwe project zeker geen streep trekt tussen goed en fout want die begrippen bestaan niet in een oorlog, daar zijn ze door hun jarenlange ervaring wel van overtuigd. Levels: ‘Ik herinner me nog de boekjes van na de oorlog die alles op een simpele manier weergaven. Zij waren de beesten en wij waren de helden. Was het maar zo simpel. Nee, de praktijk zag er beduidend anders uit. Als ik iéts heb geleerd dan is het wel dat in een oorlog niets zwart-wit is. Daarom willen wij met ons boek ook geen waardeoordeel uitspreken. Wij houden ons bij de feiten, en bij de verhalen van de burgers.’ En die burgers vertellen onder meer dat onder het Duitse gezag alles redelijk en ordentelijk verliep. Er was geen chaos en de bezetter gedroeg zich tot op bepaalde hoogte keurig. Dat werd wel even anders toen de Engelsen op het toneel verschenen en er gejat werd bij het leven. ‘Ook dat schrijven we op. We willen de zaken niet netter voorstellen dan ze waren.’

Om het beeld zo compleet mogelijk te krijgen, bezochten Levels en Munnicks tot nu toe vier keer de National Archives in Londen. Voor onderzoekers en schrijvers is dit het luilekkerland op historisch gebied. Het duo keerde huiswaarts met vijftienduizend documenten die allemaal betrekking hebben op de strijd in Midden-Limburg en die stuk voor stuk gelezen en geduid moeten worden. Zelfs voor Hugo Levels, die te boek staat als een wandelende encyclopedie (hij heeft de namen van alle Engelse eenheden die hier vochten in zijn hoofd zitten) ging opnieuw een wereld open. En Eric Munnicks reist volgend jaar naar de National Archives in Washington om daar de Amerikaanse bijdragen aan de strijd in de frontlinie uit te diepen. Het idee voor het boek ontstond drie jaar geleden toen ze allebei, zittend in het gras in Verdun, filosofeerden over de toekomst en dat ze hun beider expertise maar eens voor een gezamenlijk doel moesten inzetten. ‘Zo gezegd, zo gedaan. Maar eigenlijk weet je niet waar je aan begint, zoveel werk is het’, zegt Eric Munnicks. Of het Hugo Levels en hem is gelukt, zal over enkele jaren moeten blijken.