Typisch Roermond, november 2011

Opnieuw heeft Eric Munnicks een gigantische klus geklaard. Na zijn in 2007 verschenen standaardwerk ‘Van kazemat tot kelderleven’ verschijnt in maart volgend jaar ‘Wees op uw hoede – Roermond 1936-1940’ waarin hij uitgebreid en op menselijke schaal de schijnwerper richt op de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog, vanaf het moment dat in 1936 de eerste bunkers verrezen langs de Maas tot en met mei 1940.

Met dit boek geeft de 52-jarige Roermondenaar indirect antwoord op de zo vaak gestelde vraag wanneer het verhaal van de Tweede Wereldoorlog eindelijk is verteld. Komt er ooit een moment dat alles is gezegd en alles is opgeschreven en dat de oorlog definitief wordt bijgezet in de annalen van de geschiedenis? ‘Ik denk het niet’, zegt Eric Munnicks, ‘want er zal altijd nieuwe informatie beschikbaar komen in de vorm van opzienbarende foto’s en indringende documenten.’ Want dát overkwam de auteur nadat ‘Van kazemat tot kelderleven’ was verschenen. Van dit boek gingen er bijna 3000 (!) over de toonbank, voor Roermondse begrippen een enorm aantal. En de reacties bleven komen. Munnicks begeleidde de verschijning van zijn boek met lezingen. Mensen klampten hem aan. Of hij belangstelling had voor foto’s die op zolders lagen te verstoffen? Anderen bezorgden hem dagboeken en documenten die misschien geen nieuw licht wierpen op die vreselijke oorlogsjaren maar die wel tot in detail beschreven hoe individuen – militairen van beide kanten – die tijd hadden beleefd. Want dat beschouwt Eric Munnicks nog steeds als zijn grote missie. Het vertellen van het menselijke verhaal. Achter elke soldaat ging een mens van vlees en bloed schuil. Of het nou een Duitser, een Nederlander of een Engelse soldaat was. Munnicks kiest geen partij en velt geen waardeoordeel. Goed of slecht komt niet in zijn vocabulaire voor. Het is de mens die telt.

Voor zijn nieuwe boek reisde hij weer stad en land af. Munnicks dook in de archieven van de gemeente Roermond, sloot zich op in het Nederlands Instituut voor Militaire Historie en in het Nationaal Archief in Den Haag. Hij reisde naar Duitsland waar hij uren doorbracht in het Bundes Militärarchiv in Freiburg. Munnicks pluisde meer dan honderdvijftig gevechtsverslagen na en kreeg dagboeken toegespeeld. Hij wist de hand te leggen op nog nooit gepubliceerde foto’s zoals die van Duitse soldaten op de Venloseweg in Roermond en het ijsvrij maken van de Maas in de strenge winter van 1939-1940 zodat de verdedigingslinie intact bleef.

Een saillante episode in de vooroorlogse jaren gaat over spionage door de Duitsers op Nederlands grondgebied. De Duitsers waren al in een vroeg stadium nauwgezet geïnformeerd over de Nederlandse verdedigingslinies. Ze wisten bijvoorbeeld exact hoeveel explosieven waar waren bevestigd onder de Maasbrug in Roermond. ‘Ze wilden hoe dan ook de Maasbrug en de Buggenummerbrug ongeschonden in handen krijgen’, vertelt Eric Munnicks. Desondanks vloog de Maasbrug in mei 1940 de lucht in. Dat kwam onder meer door een schietpartij op de Kapellerlaan waar Duitse soldaten werden onderschept. Vrijwel onmiddellijk werd de commandopost aan de westkant van de Maas gewaarschuwd waarna de Nederlandse militairen de explosieven tot ontploffing brachten. Dat laat onverlet dat de Duitsers bij wijze van spreken tot twee cijfers achter de komma op de hoogte waren van de manier waarop het Nederlandse leger zijn stellingen had betrokken. Hoe was dit mogelijk? Eric Munnicks: ‘Roermond ligt in een grensgebied en er was toen ook al veel verkeer over en weer. Dus zo vreemd was het niet dat de Duitsers vanaf 1936 hun ogen hier goed de kost gaven. Het viel niet echt op. In de herfst van 1939 circuleerde in Duitse legerkringen in een kleine oplage een boekje dat het stempel ‘Geheim!’ droeg. Het boekje vermeldde onder meer de exacte afmetingen van de twee rivierkazematten bij de Maasbrug. Ook de wapens en uniformen van Nederlandse soldaten werden tot in detail beschreven. En het is bekend dat in die jaren twee Duitse officieren in burger door Nederland reisden en alles in kaart brachten wat ze nodig vonden om de Duitse invasie zo soepel mogelijk te doen verlopen. Maar aan de andere kant werd ook gespioneerd. Een Engelse majoor buiten dienst die in Roermond woonde werd door de Duitsers opgepakt.’ De Duitsers zetten in deze contreien ook burgers in die hen van broodnodige informatie voorzagen. Bekend is het verhaal van een Duitse man die destijds in een pension in Baexem woonde. De pensionhouder vond het vreemd dat de man elke avond zijn fiets op zijn kamer parkeerde. Achteraf werd duidelijk waarom. De man fotografeerde stellingen van Nederlandse militairen bij de Maas in Roermond en had de fotorolletjes in de buizen van zijn fiets verstopt.

De spionageactiviteiten van de Duitsers wierpen hun vruchten af in die zin dat de horde van de Maaslinie in die meidagen binnen zeven uur door de bezetter werd genomen. Eric Munnicks: ‘De Maaslinie was een enkelvoudige verdedigingslinie, eigenlijk niet meer dan een vertragingstactiek die was bedoeld om de tegenstander anderhalve dag op te houden. Hoewel de Duitsers er dus in relatief korte tijd overheen liepen, vielen er toch veel slachtoffers. Aan Nederlandse kant 23 doden, en er sneuvelden meer dan honderd Duitsers.’ De Duitsers werden begraven op een gedeelte van het oude kerkhof in Roermond. Hoewel ze later in Duitsland werden herbegraven, is dit deel van het kerkhof nooit meer in gebruik genomen. ‘Ik ben er laatst nog gaan kijken. Het ligt er verwaarloosd bij. De reden mag duidelijk zijn’, aldus Eric Munnicks. Hij ontpopt zich tot de kroniekschrijver van de Roermondse oorlogsjaren en mag zich als deskundige kronen. Stapsgewijs laat hij in zijn nieuwe boek alle relevante gebeurtenissen de revue passeren die leidden tot de Duitse inval in de vroege morgen van 10 mei 1940 en de capitulatie op 15 mei 1940. Een apart hoofdstuk gaat over krijgsgevangenschap. Ik wilde hier eerst niets over schrijven want ik wist er te weinig van. Tot ik de dagboeken van foerier Van Hoorn en sergenat Sarton in handen kreeg. Zij kwamen beiden in gevangenkampen terecht. Nederlandse beroepsofficieren die destijds door de Duitsers werden opgepakt moesten de omstreden erewoordverklaring tekenen die luidde ‘Hierdoor verzeker ik op eerewoord dat ik gedurende dezen oorlog althans zoolang Nederland zich met het Duitsche Rijk in oorlogstoestand bevindt aan geen enkel front noch direct, noch indirect zal deelnamen aan den strijd tegen Duitschland. Ik zal geen handeling begaan of verzuim plegen waardoor het Duitse Rijk schade, van welke aard ook, zou kunnen lijden’. Elk jaar moesten de officieren zich melden bij de Duitsers, onder meer in de Roermondse kazerne. Op 15 mei 1942 deden ze dat weer maar toen werden ze door de Duitsers gevangen genomen en verdwenen ze tot na de bevrijding in krijgsgevangenschap. Aan de hand van diverse dagboeken schetst Eric Munnicks een beeld van het leven in de kampen. Het in kaart brengen van de Roermondse oorlogsjaren beschouwt hij als het leggen van een puzzel. De puzzel is echter nog niet af want Eric Munnicks denkt na over een derde boek dat gaat over de frontperiode 1994-1945. Maar voorlopig heeft de chemisch laborant zijn vrouw en zoon moeten beloven het rustiger aan te doen.
‘Even geen oorlog zeiden ze. Dus dat doe ik dan maar’, lacht Eric Munnicks.