Uitgifte persoonsbewijs

In de loop van 1941 werd de uitgifte van het persoonsbewijs aangekondigd in de Nieuwe Koerier:
'De eerste uitnodigingen voor het in ontvangst nemen der persoonsbewijzen zijn verzonden. Binnen afzienbaren tijd zal ieder die in een der Nederlandsche bevolkingsregisters is opgenomen en den leeftijd van vijftien jaren heeft overschreden, worden uitgenoodigd in persoon ter secretarie te verschijnen voor de ontvangst van een persoonsbewijs.'
(F021)


(F001)

Op het persoonsbewijs moest twee keer een vingerafdruk geplaatst worden. De eerste vingerafdruk op het persoonsbewijs zelf, op het middenstuk. De tweede vingerafdruk werd achter op de pasfoto geplaatst.
Bij het aanschaffen van het persoonsbewijs waren legeskosten verschuldigd. Bij het voldoen van de legeskosten werd een zegel met vermelding van die kosten op het persoonsbewijs geplakt. De pasfoto werd tegen het uitgesneden gat, in het persoonsbewijs, geplakt met de zegel. Deze zegel werd dus over de achterzijde van de pasfoto geplakt. Het middenstuk van deze zegel was doorzichtig zodat de vingerafdruk zichtbaar bleef. Het onbeschadigd verwijderen van de zegel of de pasfoto was daardoor onmogelijk. Over een hoek van de zegel en aan de andere kant over een hoek van de foto werden daarna nog stempels van de gemeente geplaatst. Als alles goed was bevonden werd er boven de foto een controlezegel ter goedkeuring van het persoonsbewijs geplakt.

De legeskosten werden uitgelegd in het 'Verordeningenblad voor het bezette Nederlandse gebied':
'Artikel 15
1. Voor elk uit te reiken Persoonsbewijs wordt een recht van 1 gulden aan leges geheven.
2. In geval van min- of onvermogen kan de burgemeester of het Hoofd der Rijksinspectie het in het eerste lid genoemde bedrag tot de helft verminderen of kostelooze uitreiking toestaan.
3. Voor een, ter vervanging of vernieuwing van een vroeger uitgereikt Persoonsbewijs, op verzoek af te geven nieuw Persoonsbewijs, is slechts de helft van het in het eerste lid genoemde bedrag verschuldigd, indien de geldigheidsduur van het ingeleverde Persoonsbewijs nog twee jaren of meer bedroeg.
4. Geschiedt de vervanging of vernieuwing op vordering van den Burgemeester of Hoofd der Rijksinspectie, dan worden geen rechten geheven, indien de geldigheidsduur van het ingeleverde Persoonsbewijs nog twee jaren of meer bedroeg.'

(F001)


(F001)

Het persoonsbewijs bevatte tevens twee nummers:
- Een volgnummer. Dit volgnummer kwam overeen met het nummer op de inschrijvingskaart bij het bevolkingsregister.
- Een volgnummer van de gemeente. Dit nummer had een alfabetische en een numerieke opbouw. Roermond had “R22”, de “R” van Roermond. Als alle gemeentes, waarvan de naam met een R begon, in alfabetische volgorde werden gezet dan was Roermond nummer twee en twintig op die lijst.
Bij het persoonsbewijs werd een inlegvelletje uitgereikt “Verplichtingen ten aanzien van het persoonsbewijs”. Op dit inlegvelletje stond onder andere vermeld dat men het persoonsbewijs altijd bij zich moest hebben en dat men er zorgvuldig mee om moest gaan.