11 december - klokkenvordering

De inval in Rusland eistte veel grondstoffen op. De Duitsers moesten maatregelen nemen om hun oorlogsproductie op peil te kunnen houden. In de tweede helft van 1942 was er een gebrek aan verschillende grondstoffen. Op 21 juli werden de voorbereidingen getroffen voor de inlevering van metalen, dit resulteerde ook in de inbeslagname van de kerkklokken.
Op 11 december werd er, ook in Roermond, een begin gemaakt met het verwijderen van de klokken uit kerken en torens. Het werk werd voornamelijk gedaan door niet Roermondse arbeiders.

Stadhuis. Zaterdag 12 december werden de twee klokken uit de toren van het stadhuis verwijderd. De 14e werden deze naar beneden gehaald.

Heilig Hartkerk. Maandag 14 december werd de klok “Margaretha Maria Alcoque” door de midden opening van de koepel naar beneden gehaald. Op 15 december werd de tweede klok “Paschalis Babylon” naar beneden gelaten. De grootste klok “Christophorus” werd de 16e naar beneden getakeld.

Munsterkerk. 14 december. In de noordoost toren werd begonnen met het uitbreken van een raampijler om zodoende een opening te verkrijgen die groot genoeg was om de klokken langs de buitenkant naar beneden te laten zakken. 15 december, de werkzaamheden werden voortgezet. 16 december, er werden drie klokken verwijderd uit de toren.


(F008)


(F001)


(F027)

Kathedraal. 15 december werd begonnen met het werk. Tussen 12.00 en 12.30 uur luidden de klokken voor de laatste maal. De eerste klok werd op de 17e aan de westzijde naar beneden gelaten. De andere vijf klokken waren de dagen erna aan de beurt. De grootste klok “Maria” bleef hangen, deze klok had de status van monument gekregen.


(F027)


(F027)

Kapel in het zand. Op 15 december begonnen de werkzaamheden. De 16e december werden twee klokken naar beneden gehaald.

Alle klokken werden verzameld bij het Bisschoppelijk College.


(F008)