Persoonlijke verhalen uit frontstad Roermond (5)
Executies - september 1944 (5)
De geallieerden naderden begin september de Nederlandse grens. De Sicherheitsdienst (SD) had hun ‘Aussendienststelle’ in Maastricht. Op 7 september vertrokken zij uit Maastricht richting Hoensbroek. Via Geilenkirchen kwamen zij op 14 september in Wassenberg aan. SD’er Ottensmeyer informeerde naar de situatie in Roermond. Omdat het gebied nog in Duitse handen was richtte de SD, in Maasniel, een nieuwe ‘Aussendienststelle’ in. Van daaruit gingen onder andere Nitsch en Ströbel te werk om spionage, sabotage en verzetsactiviteiten te bestrijden.
Begin van september zaten meerdere onderduikers in de omgeving en in de woning van Joseph Smeets en zijn vrouw Henriette Houtackers op Maalbroek. Henriette verklaarde in een proces-verbaal na de bevrijding: ‘Gedurende de gehele oorlog hadden wij onderduikers op de hoeve. Toen de Duitse troepen terugtrokken naar Duitsland, hadden wij 3 onderduikers in onze woning, terwijl in de bossen en stromijten nabij onze woning nog een twintigtal personen zaten ondergedoken. In diezelfde tijd werden door twee onderduikers diverse geweren en handgranaten meegebracht, die zij in de Elmpter bossen hadden gevonden. Eén van deze onderduikers was voormalig postbesteller Paulus Peeters. Zij hadden die wapens meegenomen naar onze woning en daar verborgen. Omstreeks 20 september plaatsten de Duitsers luchtafweergeschut in de buurt. De bij het geschut ingedeelde soldaten hadden hun onderkomens bij deze kanonnen. Op 25 september kwamen een paar personen uit Maasniel melk halen. Hun persoonsbewijzen werden grondig gecontroleerd door de Duitsers. Het werd al snel duidelijk dat de Duitse soldaten iets zochten. Paulus Peeters (onderduiker) die net aan kwam lopen moest met de Duitsers naar één van de schuilplaatsen in een stromijt gaan. Onderweg kwamen ze Joseph tegen, ook hij moest mee. De stromijt werd uit elkaar gehaald. Vervolgens moesten zij naar de andere schuilplaatsen lopen en naar de plaats waar de wapens lagen. Gedurende de hele voormiddag van 26 september gebeurde er niets. Om 12.00 uur verschenen twee auto’s waarin drie of vier SD’ers zaten. Joseph en Paulus zijn toen meegenomen. Ik kreeg opdracht om vóór 17.00 uur het huis te verlaten. Ik ging naar café Cox aan de grens. Hier kreeg ik van de caféhouder te horen dat een paar Duitse arbeiders hadden verteld dat er omstreeks 13.00 uur twee personen waren doodgeschoten in de bossen.’
Bidprentje Peeters en Smeets (Eric Munnicks)
Op 2 september 1946 werd Richard Nitsch, voormalig Hauptscharführer van de SD, hierover ondervraagd. Hij verklaarde: ‘Indien bij de mannen wapens waren gevonden dan was er op grond van een decreet van juni 1944 reden genoeg, en was men zelfs verplicht, om hen ter plaatse dood te schieten. Meer kan ik hierover niet verklaren.’
Nitsch werd in 1948 tot levenslang veroordeeld. In 1959 werd de gevangenisstraf omgezet in 22 jaar en 9 maanden en in 1960 werd hij voortijdig het land uitgezet als ongewenste vreemdeling.